Qua ethiek heb je gelijk, en ik denk dat je ook het meerderheidsstandpunt in de samenleving verwoordt. Maar dat beantwoordt nog niet de vraag wie de beschikking heeft over het lichaam.
Dit is volgens mij pas een recent probleem, daar 50 jaar geleden of zo, een gestorven lichaam alleen maar problemen gaf en geen waarde vertegenwoordigde (vandaar dat religies daar uitgesproken instructies voor hebben, zodat de samenleving een beetje leefbaar blijft).
Maar zijn woorden als 'beschikking' of 'eigenaar' wel de juiste termen? Die passen in een bepaald paradigma, dat ervan uit gaat dat we dingen kunnen 'hebben' - zoals een stoel of een lamp. Maar bij een lichaam is dat helemaal niet zo duidelijk. Dat blijkt al uit hoe we over ons lichaam praten. We kunnen zeggen: 'ik heb een lichaam', maar ook 'ik ben mijn lichaam'. Lichamelijkheid is heel dubbelzinnig. Lichamelijkheid is sterk verbonden met een ervaring van 'zelf', veel meer dan een object of een stoel ooit zou kunnen zijn. We
zijn lichamelijk - de relatie tot ons lichaam is écht anders dan tot wat zich buiten ons lichaam bevindt. Neem een klein experimentje: we zijn nooit bezig met het speeksel in ons mond, maar als je het uitspuugt in een glaasje, dan walg je van het idee om het weer op te drinken - terwijl het een minuutje eerder nog in je mond was. Omdat we ook ons lichaam zijn, is onze relatie tot andere menselijke lichamen ook heel anders dan tot andere objecten. We respecteren het, liefkozen het, we weten wanneer we het - soms bewust - pijn doen, et cetera. Dat geldt zelfs voor dode lichamen. We gaan niet met het lichaam van een geliefde overledene om zoals we met een lamp omgaan die 'het niet meer doet'. We herkennen daar nog steeds een 'zelf' in.
Ik denk dat daarom in de wetgeving ook niet wordt gesproken van 'eigendom', maar veel meer termen worden gebruikt als 'lichamelijke integriteit'
Ik vind dat je die ervaring zo veel als mogelijk moet respecteren. In woorden als 'eigendom' of 'beschikking' verdwijnt die ervaring. Een lamp kan je weggooien, want het is immers je eigendom. Je hebt er geen diepere ervaring van 'zelf' mee. Een lamp kan je zelfs verkopen. en dat is toch een beetje mijn angst als je lichamen gaat zien als 'eigendom'. De vraag om biologisch weefsel is sterk - niet alleen door patiënten, maar ook door de wetenschap. De kans op commercialisering lijkt mij heel sterk aanwezig als 'eigendom' de leidende term is. Dat lijkt me absoluut niet wenselijk. Ook hou ik de staat het liefste zo ver als mogelijk af van eigendom en lichaam - zelfs van dode lichamen. De verschrikkingen van de twintigste eeuw laten wel zien waarom.
Wat mij betreft vermijden we vragen als 'van wie is het lichaam?' zo veel als mogelijk. We kunnen ons beter afvragen: 'wat kan er nu het beste gebeuren?' (situationele ethiek). En dat is een vraag die nooit algemeen kan worden beantwoord - veel hangt af van de omstandigheden. Een arts moet daarom de ruimte krijgen een eigen afweging te maken. Wat mij betreft moet de nieuwe wet donorregistratie dan ook niet gaan over eigendom, maar verandert het de situatie.
In principe zijn de organen nu beschikbaar - maar wat dat
in de praktijk betekent, is niet altijd duidelijk. En dat moet vooral zo blijven.
Verder vind ik dat uit het oogpunt van lichamelijke integriteit de Nederlandse bevolking zo goed en zo veel als mogelijk moet worden geïnformeerd over de wetwijziging. Ik zet daar grote vraagtekens bij.