Het onderzoek dat de roulatiepolitiek van Roger Schmidt verklaart
24 feb. 2021
ACHTERGROND
Geen Eredivisie-trainer wisselt zo vaak in zijn basisopstelling als Roger Schmidt. Die roulatiepolitiek van PSV wordt niet begrepen. Onderzoek naar het effect van weinig rustdagen tussen wedstrijden laat zien waarom Schmidt dat nodig vindt. Maar er zijn ook andere oplossingen denkbaar.
‘Ik ben ervan overtuigd dat als we met de andere spelers waren begonnen, we niet hadden gewonnen. Nu konden ze invallen en het verschil maken.’
Na de 3-1 overwinning op Vitesse kon Roger Schmidt beroep doen op het gelijk van de winnende trainer. Net als in november tegen Sparta Rotterdam pakte hij drie punten nadat zijn sterspelers in de tweede helft vanaf de bank gekomen waren. In andere wedstrijden haalde Schmidt zijn uitblinkers vooraf naar de kant, ook als de stand daar geen aanleiding toe gaf. De stelling van de PSV-trainer: mijn beste spelers zijn niet mijn beste spelers als hun tank niet helemaal vol is.
Die boude bewering vraagt om nader onderzoek over het effect dat veel wedstrijden afwerken met weinig rustdagen heeft op het lichaam van een voetballer.
De
interessantste studie in dat kader is circa tien jaar geleden gedaan door de World Football Academy van Raymond Verheijen. Op basis van meer dan 27.000 wedstrijden tussen 2001/02 en 2010/11 kwamen daar heldere conclusies uit.
Na slechts twee rustdagen (bijvoorbeeld donderdag-zondag of woensdag-zaterdag) hebben voetbalploegen:
- Minder kans om te winnen (-40%)
- Meer tegendoelpunten in het laatste half uur (+75%)
- Minder doelpunten voor in laatste half uur (-70%)
Dat effect is sterker indien een elftal na slechts twee rustdagen een uitwedstrijd speelt. Bij drie of meer rustdagen doet dit effect zich niet voor. Spelen twee teams tegen elkaar die beide twee rustdagen gehad hebben, dan zijn de bezoekers in het nadeel.
Deze cijfers tonen objectief aan dat donderdag-zondag te kort is om volledig te herstellen. Wetenschappelijke studies onderstrepen dat gegeven. Zo luidt de conclusie van een
officieel UEFA-onderzoek dat er meer spierblessures ontstaan bij een schema met minimale rust tussen wedstrijden. Dat is in lijn met een
andere studie waaruit blijkt dat contactblessures niet toenemen bij een vol schema, maar het aantal spierblessures wél significant stijgt. De
verklaring daarvoor is fysiek: metingen wijzen uit dat de spierschade van een wedstrijd bij voetballers na twee rustdagen nog niet volledig weg is. Dat zorgt ervoor dat spelers in de problemen komen wanneer ze meerdere sprints achter elkaar moeten trekken. Zoals ook de sprongkracht afneemt. Logischerwijs worden deze problemen groter als in korte tijd veel wedstrijden worden afgewerkt met te weinig rust om volledig te herstellen.