Willem vond het maar onzin. Het hele gedoe was onzin. Ja tuurlijk was hij bij het ongeluk betrokken geweest, en tuurlijk was het niet de bedoeling geweest dat hij dat meisje op de fiets zou aanrijden. Maar kom op zeg, ze had het gewoon overleefd. Bovendien was het ’s nachts, en hij wist ook zeker dat ze geen werkende verlichting had. Ja, op wat vage camerabeelden was wel een schijnsel te zien, maar dat kon net zo goed van haar telefoon zijn geweest. Zou hem niks verbazen als ze daardoor niet had opgelet. Want kom, die BMW van hem viel toch op. In tegenstelling tot haar had hij wel zijn lichten aan gehad, en die motor hoor je wel.
In de rechtszaal was dat ook weer verkeerd uitgelegd. Willem had te hard gereden. Pfff. ’s Nachts is d’r niks op de weg, en wat is te hard? Misschien een beetje. Krijg je met zo’n auto. Even het gaspedaal indrukken en je bent weg. Volgen de onderzoekers had ie wel 90 gereden waar 50 mocht. Bullshit, politie zocht hem wel vaker op. Pure jaloezie, omdat hij een succesvolle zakenman was en die politiemannetjes voor een modaal salaris wat stoer lopen te doen. Achter echt criminelen durven ze niet aan te gaan, dus zoeken ze maar mensen op die het beter doen, om die te etteren. Dus ja, elke keer als ik een beetje te hard rij, dan staat er wel iemand te flitsen. En als ik dat een keer iemand inhaal, gaan ze zeiken over een doorgetrokken streep. Kom op zeg, ik ben een uitstekende chauffeur en kan dat echt wel inschatten. En met zijn auto kon dat gemakkelijk. Maar nee, dan volgde er weer een preek en een boete. De boete interesseerde hem nog niet zoveel, die kon hij gemakkelijk aftikken. Maar de tijd in de rechtszaal, of zo’n verplichte cursus, dat was gewoon belachelijk. Of hij niks beters te doen had.
De laatste keer was het wat erger mis gegaan. Erger dan normaal. Toen hij terug reed van een gezellig etentje, kwam er opeens een fietser uit een steegje. Probeerde haar nog te ontwijken, maar dat lukte niet helemaal. Dus ja, een botsing. Flinke deuken in zijn auto, ruit stuk. Het grietje wat op de fiets zat lag nog steeds in het ziekenhuis. Onder andere haar rug was gebroken, waardoor ze nu niet meer kon lopen. Ja, vervelend voor haar, maar dat heet een ongeluk. Dat plan je natuurlijk niet zo. In alle paniek was hij weg gereden, naar huis. Even de zaken op een rijtje zetten. En tuurlijk had hij zich willen melden, al was het maar om te kijken of ze iets met de verzekering konden regelen. Zijn auto was immers behoorlijk beschadigd, wie zou dat gaan betalen? Hij zeker weer. Maar voordat hij terug kon gaan, stond er al politie voor zijn deur. Politie die je moet hebben, die je behandelt alsof je een of andere crimineel was. Hij werd hardhandig meegenomen (daar was ook het laatste woord nog niet over gesproken), en ze wilde hem op alcohol laten testen via een blaastest. Nou, dat had hij geweigerd. Die dingen kloppen vaker gewoon niet, wist hij uit ervaring. Ook daar hadden ze hem al een paar keer mee te pakken gehad. Doe je een paar drankjes, geeft dat ding meteen een rare uitslag. Alsof hij niet wist wat hij kon hebben. Dus nee, geen blaastest, zeker niet als je thuis nog een drankje hebt genomen om even rustig te worden. Kreeg hij godverdomme een verplichte alcoholtest via een bloedafname. En die hadden ze gewoon bewerkt. Kwam een of andere hoge uitslag uit, waardoor het net leek alsof hij weet ik wat had gedronken. Nee, daar klopte niks van. En dan heb je ook nog zo’n jaloers knulletje van het restaurant die met droge ogen beweert dat je een fles wijn en een paar whisky’s hebt gedronken, alleen omdat het op de rekening staat. Typisch weer zo’n knulletje die teveel op de rekening zet om een paar centen extra te krijgen omdat hij weer dat Willem het wel kan aftikken. En zijn genereuze betalingen zouden nu tegen hem gebruikt worden? Lullig, maar typisch voor mensen. Iedereen was tegen Willem, omdat hij het wel had gemaakt.
Tijdens de rechtszaak ging het ook al niet goed. Incompetente advocaat en een rechter die tegen hem was. Te hoog alcoholpromillage, te hard gereden, dit gedrag al vaker laten zien. Meisje in het ziekenhuis, kan niet meer lopen en d’r halve gezicht aan gruzelementen. Ja, zo’n zielig blond meisje wekt natuurlijk meer sympathie op dan succesvolle Willem met zijn buikje en zijn BMW 7-serie. Willem die nu terecht staat, maar niemand heeft het over het feit dat de verzekering niks betaalt vanwege die lullige alcoholtest-uitslag. Dat grietje krijgt wel alles betaald hoor, van de belastingcenten die Willem in grote hoeveelheden afdraagt. Maar ondanks al zij argumenten, ging de rechter mee in het verhaal van de Officier van Justitie. Willem had wéér te hard gereden (onzin), wéér onder invloed (onzin). Niet meegewerkt (onzin), weinig berouw getoond (hij was wél eerlijk). En dus werd hij veroordeeld. Nu was Willem bang dat hij zijn rijbewijs ging kwijtraken, want daarmee zouden ze hem echt wel pakken, door hem niet meer te laten rijden in zijn auto. Bovendien zou het schadelijk zijn voor zijn bedrijf. Nee, dat mocht echt niet gebeuren. Gelukkig gebeurde dat niet, de rechter, natuurlijk zo’n progressieve idioot, gaf hem een “creatieve” straf. Was wat nieuws. Geen gevangenis, geen boete, maar een of andere gek met teveel fantasie mocht dan een straf bedenken. Een beetje vernederd of zo, dat scheen te helpen. Die vorm van straf was begonnen als een test, een project om het aantal mensen wat in de gevangenis zat, te verminderen. Er was ook veel discussie over, hele groepen vonden het soms mensonwaardig, of soms ging het te ver gaan. Softe onzin. Als hij een keer in een roze tutu zou moeten lopen, dan moest dat maar zo zijn. Rijbewijs houden en niet de gevangenis in gaan. En daarna ging hij wel kijken hoe hij onder de letselschade uit zou kunnen komen. Hij zou nu persoonlijk aansprakelijk zijn voor het ongeval ivm het drankgebruik, en dat was natuurlijk niet echt grappig.
Een paar weken later kreeg hij de oproep. Hij moest zich melden bij een oud circuit. Willem moest lachen. Écht? Een beetje cursus over wat de gevolgen van snelheid en drank waren, en daarna wat rond rijden over een oud circuit. Tuurlijk, zware straf. Zou hem wel weer een vrije dag kosten natuurlijk. Of liever gezegd: twee, want hij zou daar ook blijven overnachten
Op de dag van de oproep meldde hij zich netjes. Daar aan zou het niet liggen, hij zou braaf meewerken. Hij meldde zich, en werd door een medewerker begeleid naar het hoofdgebouw. Hij zag nog wat mensen staan. Diverse leeftijden, diverse types. Iedereen een beetje nerveus, want tja, niemand weet wat er nu eigenlijk gaat gebeuren. Na een kwartiertje kwam er iemand van justitie: “dames en heren, welkom. U bent vandaag hier voor uw alternatieve straf te ondergaan. Als eerste zult u zo meteen uw spullen op een toegewezen kamer kunnen zetten. U wordt later opgehaald voor een gezamenlijke maaltijd waarna het programma gaat beginnen”.
“Zozo, gezamenlijke maaltijd, programma….typisch weer iets wet zo’n alternatieve lul heeft bedacht” zei Willem tegen de vrouw die naast hem stond. Ze lachte wat ongemakkelijk. “tja, ik begrijp het ook niet echt, en ik weet ook niet echt wat ik moet verwachten”, zei ze. “Waarvoor ben jij hier?” vroeg Willem? “Fraude”, zei ze. “Ik haalde geld op voor een noodhulpproject in Oost-Afrika. Maarja, ik moest natuurlijk ook mezelf betalen omdat ik geen tijd had om zelf te werken. Ik wilde anderen helpen, maar moest zelf natuurlijk ook eten en drinken. Willem herinnerde zich een stukje op het nieuws. Over een dame die via geld binnen kreeg wat bedoeld was voor voedseltransporten, maar waar ze zelf dure spulletjes voor had gekocht terwijl de mensen aan wie spullen en hulp was beloofd, maar bleven wachten en wachten op iets wat nooit ging komen. Ze ging nog even verder. “en die rechter vond het maar onbeschoft dat ik van bepaalde merken houd. Ja daar kan ik toch niks aan doen? Dat is gewoon mijn smaak, en daar wordt ik eigenlijk voor gestraft. De rechter zag dat als fraude. Heb nog aangevoerd dat als je werkt bij Unicef, je ook gewoon betaald krijgt. Maar daar wilde hij niet in mee”.
“Flauw hoor”, zei Willem. Hij keek naar haar. Best een knappe verschijning eigenlijk. En zorgt ook nog voor zichzelf. Kan zij ook weinig aan doen dat mensen aar geld geven terwijl ze niet controleren wat zij ermee doet. Ja, het was wel een beetje zijn type, zowel qua uiterlijk als manier van denken. Ze glimlachte. “ja precies. Fijn dat er nog mensen zijn die me wel begrijpen’. Plots keek ze hem recht in de ogen aan en lachte: “misschien moet ik die mensen die me wel begrijpen vaker zien”. Willem twijfelde niet. Zo vaak flirtte een mooie vrouw niet met hem. “Goed plan, zei hij. Hij pakte zijn telefoon, opende de contactenlijst en gaf hem aan haar. “Zet je nummer er in, dan bel ik je als we hier allebei weg zijn. Als je dan behoefte hebt aan een luisterend oor, dan spreken we af”. Ze bleef hem aankijken. Even, een paar seconden, twijfelde Willem aan zichzelf. Had hij zichzelf voor schut gezet? Maar ze pakte de telefoon en begon te tikken. “Afgesproken”, zei ze. “Wel doen hé. Ik hou er niet van om lang te wachten”. “Zulke mooie blondines laat ik niet lang wachten” zei hij grijnzend.
Ondertussen kreeg iedereen een kamer toegewezen en werd iedereen gesommeerd er naar toe te gaan. Willem ging naar de zijne. Gooide zijn tas op het bed, keek om zich heen. Er was warempel een minibar. Hij liep er naar toe, opende de deur en jawel: ding was nog gevuld ook! “Eentje is voor mij”, dacht Willem. Hij pakte een flesje Wodka, opende het en sloeg het in 1 keer achterover. “wat er ook gaat gebeuren, deze is binnen”. Hij ging nog even op bed liggen. Toch een rare bedoening hoor. Zijn straf zou in 2 dagen voorbij zijn? Het was eigenlijk te gemakkelijk, dat vertrouwde hij niet zo. Willem sloot even zijn ogen. Ging in zijn hoofd nog even terug naar die avond dat het mis ging en dat hij dat meisje had aangereden. Niet fraai natuurlijk, maarja, dingen gebeuren.
Een tijdje later werd op de deur geklopt. Zijn naam werd genoemd, en er werd kort “meekomen” geroepen. Hmm, dit klonk serieuzer. Zou het dan nu gaan beginnen? Willem werd meegenomen naar een kleinere ruimte. Andere mensen zag hij niet meer. De ruimte was kaal. Kastje,tafel, paar stoelen, paar mensen. “neem plaats” zei de man die hem in de ruimte opwachtte. Willem ging braaf zitten. De man maakte de kast open, haalde er een fles uit en een glas. Hij zette ze op tafel neer. “Deze drinkt u binnen 60 minuten leeg. Indien u weigert of u haalt het niet, dan zullen wij u het restant of, indien nodig, de hele fles onder dwang toedienen. Willem keek naar de fles Wodka die voor hem stond. Hij was even uit het veld geslagen. “Grapje zeker”, stamelde hij. De man bleef hem serieus aankijken. “Nee, geen grapje. Uw tijd gaat nu in overigens. Succes zou ik willen zeggen, maar gezien uw geschiedenis denk ik dat dit geen al te zware opgave is voor u”. Willem ging achterover zitten. Hij voelde zich ongemakkelijk. “En wat als ik dit nu weiger?”. “dat is heel simpel”, antwoordde de man. “wij gaan u dan onder dwang de inhoud van de fles naar binnen laten werken. Even, een slangetje langs uw slokdarm en zakje met de inhoud aan het slangetje vastmaken zodat we deze netjes leeg kunnen knijpen en u de drank binnen krijgt. In het begin deden we het met een trechter, maar dat gaf vaak een knoeiboel. Dit is een stuk schoner, minder dramatisch. Ook prettig voor de medewerkers, die hebben toch minder moeite met iets wat lijkt op een medische ingreep dan met een soort dwangvoeding. Maar uiteraard is vrijwillig meewerken voor iedereen fijner. We zijn immers geen beesten, toch?”. De man draaide zich om, weest op een klok en zei “nog 58 minuten”.
Willem zat de eerste 10 minuten voor zich uit te staren. Wat moest hij doen? Hij had een paar keer wat vragen proberen te stellen aan de bewaker die naast hem was blijven staan, maar die zei ook weinig behalve “beter als u meewerkt”. Godsamme. Nog een goede 3 kwartier. Willem pakte de fles en schonk een glas in. Hij bleef er nog 5 minuten naar kijken en daarna slokte hij het in 1 keer weg. Hij deed er nog een aantal. Tuurlijk, hij kon wel wat hebben. Alcohol had niet zo’n effect op hem. Hij schonk er nog eentje in. Hoppa, weer een weg. Na een uur had hij het grootste gedeelte van de fles op, zeker ¾ was leeg. De deur ging open, daar was de man weer. Hij keek naar de fles. “er zit nog een hoeveelheid in, dat is niet de bedoeling”. Willem keek hem aan. “Flikker op zeg. Die fles is zo goed als leeg man. Ik weet niet wat je wil, maar je moet niet zo zeuren”. De man liep zonder wat te zeggen de deur uit. Na enkele minuten was hij er weer, samen met nog 3 andere kerels, en in zijn hand had hij een doorzichtig slangetje en een zakje. “U bent op de hoogte gesteld van de procedure die we nu gaan uitvoeren”. Willem’s hoofd sloeg op hol. Fuck, die gasten menen het écht. Hij greep de fles en zetten hem aan zijn mond. Een van de mannen wilde naar hem toe gaan, maar degene die hem de instructies had verteld zei heel duidelijk “laat maar even gaan, meneer werkt alsnog netjes mee”.
Willem zette de lege fles op tafel. “zo teringlijers, die is op. Ik gun het jullie niet dat jullie zo’n slang door mijn strot kunnen duwen”. Hij keek triomfantelijk. “Mooi zo”, zei de man. “U wordt nu even terug begeleid naar uw kamer. U krijgt een half uurtje rust. Willem werd terug naar zijn kamer gebracht. Een bewaker bleef naast hem staan. Eenmaal binnen voelde hij zich wat wankel. Verdomme, hij voelde nu die laatste slokken. Even liggen. Maar zodra hij op bed ging liggen, begon zijn hoofd wat te draaien. Ook geen goed plan dus. Hij keek de bewaker aan. “Wat doe jij hier, kun je niet even oprotten?”. De bewaker keek hem aan. “ik ben hier om te zorgen dat u de drank niet gaat uitspugen. Mocht dat namelijk gebeuren, dan rapporteer ik dat en wordt de procedure voor inname weer herhaald”. Willem kreeg het benauwd. Dit was echt niet goed. Okay, dan maar even diep adem halen. Dat voelde beter. Even zitten. Willem kreeg iets meer vat op zijn gedachten, werd wat rustiger. Na een half uur werd er op de deur geklopt. Een 2e bewaker kwam binnen, samen met de man van het kamertje. “We gaan naar de volgende fase”, zei hij. Een bewaker gebaarde Willem dat hij op moest staan. “loopt u maar met ons mee”, zei hij. Willem volgde gedwee. Even meewerken. Hij voelde de Wodka nu toch behoorlijk. Even het stukje lopen was niet verkeerd. Ze gingen een deur door, zelfs naar buiten. Hij ademde diep in. Dit was beter. Ze liepen nog een stukje, en kwamen bij een auto aan die bij het oude circuit stond. De man gebaarde naar de auto. “u mag plaats nemen op de bestuurdersstoel”. Willem begon te lachen. Serieus? Wilde ze hem nu laten rijden? Een en ander viel op zijn plek. Och, ze wilde hem een rondje laten maken onder invloed. Nou nou, wat een straf. Hij had al vaker een stuk gereden met een borrel of wat op, ging eigenlijk altijd goed. Ja, wel eens een paatje geraakt en natuurlijk dat ene ongeluk, maar voor de rest….Willem ging zitten. Verdomme, wel een krap model. Hij kon zijn benen nauwelijks bewegen. Naast hem zat een bewaker die een soort racegordel om Willem deed, waardoor hij nog minder bewegingsvrijheid had. Daarna stapte de bewaker uit en kwam de man, die hem ook in de kamer van alles had verteld, naast hem zitten. Willem keek hem aan.
“zo”, zei de man. “even wat uitleg. U gaat zo meteen een ronde rijden in deze auto. Zoals u wellicht al heeft gezien, ziet er geen gaspedaal U kunt wel remmen, maar na 3 seconden vervalt automatisch weer de remfunctie en zult u weer op de door ons vastgestelde snelheid komen. De snelheid ligt op 80 kilometer per uur. U zult op uw route ook bepaalde hindernissen tegenkomen die u moet ontwijken of oplossen. Nogmaals, uw remfunctie is beperkt dus daar zult u verstandig gebruik van moeten maken. Sommige hindernissen zullen ook bewegen, om uw reactievermogen te testen. Sommige hindernissen zijn van bijvoorbeeld beton, dus we raden u aan om deze te ontwijken”.
Willem grapte eigenlijk. “en de airbag zal ook zeker uitgeschakeld zijn”. De man bleef op de robotachtige manier vertellen. “Sterker nog, er zit helemaal geen airbag in. We hebben wel een ander systeem wat u kan motiveren om de goed te rijden. In de auto zit een mechanisme wat bij contact een metalen plaat naar binnen duwt. Dit mechanisme bevindt zich ter hoogte van de onderkant stoel en kan helemaal naar binnen worden gedrukt, wat zou kunnen betekenen dat bij een harde frontale botsing de plaat door uw onderbenen zal gaan, ter hoogte van… het midden van uw scheenbeen. Ongeveer”. De man produceerde een kleine glimlach. Willem kon niets meer. Hij luisterde met open mond. Zweet liep over zijn voorhoofd. “Dit meen je niet”. Weer kwam de man met een flauwe glimlach. “Ik ben bang dat de regels die ik u uitleg ook echt kloppen. Maar even verder. Tijdens de rit houden we met u via radio contact. U kunt dus ook met ons communiceren. De rit is voorbij als u het hele parcours heeft afgelegd, of na een frontale botsing waarbij de auto, en u dus ook, niet meer verder kan. Een goede chauffeur met een goed reactievermogen kan dit parcours afleggen zonder iets te raken. U heeft in de rechtszaal aangegeven dat u ook met een bepaald promillage net zo goed kan rijden, dus dat zou voor u geen probleem mogen zijn. Ik stap nu uit, en zou willen zeggen: rijden maar”. De man stapte uit, maakte de deur dicht. Willem was stomverbaasd. Dit kan niet echt zijn, kan niet. Opeens hoorde hij een stem via de radio. Auto begint te rijden over 5 seconden. Plaats handen op het stuur en begin te rijden. “Ik ga hier niet aan meedoen, dacht Willem. Ze zijn knetter. Ik weet niet welke idioot dit heeft verzonnen, maar ik pas hiervoor. De auto begon te rijden, Willem pakte het stuur niet vast waardoor de auto langzaam tegen de eerste hindernis aan begon te drukken, een betonnen blok waarvan er 2 op het circuit stonden en waar je schijnbaar tussendoor moest rijden. Op het moment van contact zag hij dat er inderdaad een metalen plaat naar voren kwam. Godsamme, die idioten waren serieus geweest!! Willem pakte het stuur en draaide tussen de blokken door, waardoor de plaat niet meer naar voren kwam. “beetje jammer om in het begin al ruimte weg te geven” hoorde hij een stem op de radio zeggen. We gaan verder.”. De snelheid nam stevig toe. “volgend punt zijn een aantal bochten die u moet nemen”. Willem zag dat er een soort trechter was gemaakt met betonblokken, waardoor hij werd gedwongen de smalle route te nemen. Hij remde wel, maar zoals gezegd kon hij niet echt voldoende vaart minderen. Er zaten een paar bochten in die hij niet goed nam, en met elke keer dat hij iets raakte, kwam de plaat dichterbij. Willem moest bijna kotsen. De drank, de hoge snelheid, de metalen plaat die verder naar binnen kwam, dit was echt niet fijn. Hij zat nu weer op een recht stuk. De auto maakte vaart. “Zo meteen komen er een paar verrassingen. Succes met reageren”. Willem pakte het stuur stevig vast. De route was met blokken opgedeeld in 2 helften. Plots kwam er een oranje pop achter een blok vandaan. Willem kon niet meer ontwijken, en zei “Jammer dan”, en reed de pop omver. Best een klap nog, en weer schoof de plaat naar iets naar binnen. “beter dat dan die betonnen blok” mompelde hij tegen zichzelf. De auto reed verder. Hij zag door de invallende duisternis niet al te veel. Plots zag hij een verlicht bord, met een pijl naar rechts. “Huh? Moet ik hier….”…voordat hij gedachte kon afmaken zag hij dat de er onder het bord een klein muurtje was gemaakt. Hij stuurde zo hard hij kon de auto naar rechts, maar begon de controle te verliezen. Hij zag na de bocht de pijl naar links wel, maar hij had de auto niet meer onder controle. Hij rukte aan het stuur, en zag ook hier het muurtje. Dat was ook het laatste wat hij even zag, want de raakte schuin een gedeelte van de muur. Willem voelde een enorme pijn in zijn benen, maar klapte ook met zijn hoofd tegen het stuur en ging out….
Het was nu een paar maanden geleden sinds Willem zijn straf had moeten ondergaan. Hij was nog niet klaar met revalideren. De plaat die in de auto naar voren was gekomen bij de botsing had niet zijn benen geamputeerd, maar had zich wel in het bot geboord. Na een operatie en weken in het gips was hij nu bezig met langzaam leren lopen. Hij voelde het nog steeds. Nadat hij weer eens een pijnlijke sessie in de revalidatiekliniek had gehad, dacht hij opeens aan de vrouw die hij op die middag had leren kennen. Hoe zou het met haar zijn? Hij pakte zijn telefoon en begon door de contacten te bladeren. Daar stond haar naam. Hij belde haar op, kreeg de voicemail te pakken en hing weer op. Nog geen 5 minuten later kreeg hij een berichtje: Hallo, u heeft mij gebeld? Kan niet spreken nu, dus daarom even op deze manier. Willem begon te grijnzen, en tikte een berichtje terug: Hoi, Willem hier, we hebben elkaar ontmoet tijdens die alternatieve straf en je gaf me je nummer, om nog eens af te spreken. Weet dat het lang geleden is, maar kon even niks. Heb je zin om bij te praten? Het bleef een hele tijd stil. Willem zag dat ze het bericht had gezien, maar er kwam geen reactie. Tja, ze zal wel beledigd zijn vanwege de tijd die het heeft geduurd, dacht hij. Plots hoorde hij het geluidje, als hij een bericht ontving. Hij keek, en jawel, van haar: Is goed. Waar en wanneer? Willem tikte het adres van een lunchroom in, en wilde zaterdagmiddag afspreken. Snel kreeg hij een bevestiging: Is goed, zie je zaterdag X.
De zaterdag ging Willem vol goede moed op pad. Hij nam een taxi naar de lunchroom. Rijden ging nog niet echt, dat had nog tijd nodig. Nog teveel pijn aan de benen. Hij liep de lunchroom binnen, en zag haar al zitten. Hij zag haar weliswaar van achteren, maar dat lange blonde haar was niet te missen. Hij liep naar haar toe, de pijn verbijtend. Hij tikte haar even aan op haar schouder, stapte door en ging voor haar op de stoel zitten. “Ben ik einde…”. Willem maakte de zin niet af. Haar gezicht was aan een kant verwrongen, alsof iemand er met een knuppel op had geslagen. Hij viel stil. Ze nam gelijk het woord: “ja, valt tegen hé”. Resultaat van de alternatieve straf. Ze sliste enorm, haar kaak bewoog ook raar. “Jezus”, zei Willem. “wat hebben ze met jou gedaan?”. Ze bleef hem aankijken. “Ik moest maar ervaren hoe het zou zijn om afhankelijk te zijn van de keuzes van een ander. Eerst in een of ander stom rubberen pak kruipen waarin ik niks zag of hoorde, en daarna moest ik een stuk gaan lopen. Ik was bang, zette het een beetje op een rennen en voelde opeens een enorme klap. Dat was het dan. Werd wakker in het ziekenhuis. Ze zeiden tegen me dat iemand voor zichzelf had gekozen in plaats van mij. Als gevolg daarvan heeft iemand mijn lichaam een enorme klap gegeven, waarna ik viel en mijn hoofd nogmaals een enorme optater heeft gehad. Toen ik voor het eerst weer in een spiegel kon kijken, heb ik een paar dagen gehuild. Nog steeds kan ik huilen, want het wordt niet veel beter.” Het bleef even stil. “Hoe is het met jou”, vroeg ze. Willem begon te vertellen. Over zijn revalidatie, het verliezen van zijn bedrijf vanwege het schadebedrag wat hij moest betalen aan het verkeersslachtoffer en de mensen die niks meer met hem te maken wilden hebben. Zijn inzicht over zijn fouten. Tijdens het gesprek kwam een serveerster bij de tafel staan. “wilt u misschien iets te drinken?” De vrouw antwoorde snel. “Doe mij maar een rode wijn”. De serveerster draaide zich om naar hem. “Voor u misschien hetzelfde?” Willem schudde zijn hoofd. “Nee, doe maar een watertje. Ik heb gezien wat drank allemaal kan doen”. Zij dat keek hem aan. “Toe maar, ook nog van de drank af? Tjonge, ze hebben jou hard geraakt. Misschien wel net zo hard als dat ze mij hebben geraakt”, zei ze op cynische toon. Willem keek haar aan, naar haar slecht bewegende kaak en de druppel wijn die langs haar lippen naar beneden liep omdat ze niet goed kon drinken. “Misschien wel ja”. In zijn hoofd ging hij terug naar de rit op het circuit, hoorde de klap die de pop tegen de auto maakte en voelde zich steeds ongemakkelijker worden….