Jesaja
Hij hield er wel van, om zielen die net hun aards lichaam hadden verlaten, even wat te plagen. En hij had weer een mooie gevonden. Een brave man. Een echte gelovige, die met hart en ziel achter zijn geloof stond. Die eigenlijk keurig volgens de normen en waarden van zijn geloof had geleefd. Nooit iemand bewust kwaad gedaan, mensen in nood gesteund. Hard gewerkt. Zijn kinderen zo goed als het ging op weg geholpen op hun levenspad, zijn kleinkinderen in de armen gehad. Een brave godsvruchtige man, wiens ziel er vast van overtuigd was om in een mooi hiernamaals te komen. Dit soort zielen mocht je best wel even testen.
Om de ziel even gerust te stellen, gaf hij hem weer even zijn aards uiterlijk. Hij, als engel, hoefde alleen aan hun verwachting te doen. Gemakkelijk. Veel wit en een beetje licht…
De ziel zat tegenover hem. Hij stelde hem gerust, liet hem beelden zien van zijn familie die nog op aarde verbleef. Zijn familie, die het, ondanks het verdriet, prima verging. De ziel werd rustiger. En jawel, daar kwamen de vragen, zoals gewoonlijk. Dit was het spelletje waarvan hij het meest kon genieten. God? Ja, die was echt. En wees gerust, er is geen verkeerd geloof. Allemaal die andere namen, andere gebruiken, ze maakten daar geen onderscheid tussen. Maar laten we het op jouw geloof houden, zei de engel. Heb je nooit getwijfeld? Nooit gedacht dat er iets niet klopt? De ziel ontkende krachtig. De engel voelde zijn oprechtheid. De ziel geloofde rotsvat in de bijbel, had altijd volgens de normen en waarden van het heilige boek geleefd.
Maar al die tegenstrijdigheden, zei de engel. Sommige stukken vol geweld, andere delen vol richtlijnen over vriendschap en liefde. En dan de gedragingen van sommige leiders van het geloof? De ziel reageerde gelijk. De bijbel was immers ondoorgrondelijk, en de mensen die onder de vlag van de kerk zich hadden misdragen: de mens was zwak voor verleidingen, en de duivel kon er ook wat van. De engel glimlachte. Deze man stond er helemaal achter. Zo mooi om mee te maken. Deze werden immers steeds zeldzamer, dit soort brave zielen. Steeds meer waren maar half gelovig, of zelfs helemaal niet. Helemaal goed, zei de engel. Weet je, de mens is nu eenmaal zwak. Snel te verleiden, en vol mededogen. De meesten waren niet hard genoeg voor een echte strijd. Uiteindelijk had men vaak medelijden met de vijand, werd hij vergeven. Maar wat wil je anders, ze waren gemaakt naar zijn evenbeeld, en die ouwe was immers niet meedogenloos. Dat laatste zetje, dat durfde hij vaak niet.
De engel keek weer naar de ziel: en wat vond je van het feit dat hij zijn zoon offerde? Ook daar reageerde de ziel weer snel. Het was de ultieme opoffering, een daad van liefde. De engel had deze al vaker gehoord. Weer even wat plagen. En denk je niet dat de duivel ook een zoon zou sturen, om de zaken op aarde wat te beïnvloeden? De ziel vroeg wat hij bedoelde. Zoals ik zeg: nooit gedacht dat de duivel ook zijn zoon naar aarde zou sturen? Daarover had de ziel nog nooit gehoord. Had de duivel een zoon? Dat hoofdstuk uit de bijbel kon hij niet. Hij begon zich te verontschuldigen, maar de engel stelde hem gerust: de ziel wist genoeg, je kon niet alles weten. Kijk, ze de engel, de bijbel zoals jij hem kent, is door ons vast gesteld. Zodat we de mensen op aarde een richtlijn konden geven, een idee. Dus konden we niet de hele waarheid erin zetten, anders zou er paniek komen, was het spel niet zo leuk. Hebben we bepaalde zaken moeten weg laten, of om moeten draaien. Zo konden we niet zeggen dat de zoon van de duivel op aarde zou komen om de mensen tegen elkaar op te zetten, om de grootste en waanzinnigste moordpartij ooit te starten. Om even te laten zien wat hij kon. En het was zo gemakkelijk, beetje liegen en bedriegen, mensen een beter leven beloven ten koste van een zondenbok.
De engel ging verder. Je kent waarschijnlijk het verhaal van de opstand van de engelen tegen god? De ziel begon weer hoopvol te vertellen, hele citaten. De engel onderbrak hem. Weet je, dat verhaal klopte wel, in grote lijnen. Alleen hebben we een klein dingetje veranderd: de afloop. De ziel keek hem vol onbegrip aan. Gewoon, de afloop, zei de engel. Zoals ik al zei: god kent vergeving, dus hij kon de gevallen engelen niet afmaken, maar liet hen leven. Waar ze in de bijbel werden verbannen, zetten ze in het echt de tegenaanval in, zonder vergeving , en kwamen aan de macht. Vernietigden zonder pardon degenen die aan de kant van de oude macht stonden, en gingen aan de gang met het geliefde projectje, de aarde. In plaats van een paradijs een oord waar moord en hebzucht de boventoon voerde, waar pijn en lijden normaler was dan vreugde. Waar voldoende middelen waren voor iedereen, maar niet iedereen deze dingen kreeg. Waar uit naam van een god de meest gruwelijke daden werden verricht, al eeuwen lang. Degene die jij duivel noemt, regeert.
De ziel keek veel onbegrip.
Dus hebben we in het boek wat veranderd, om de mensen het geloof te geven dat het goede overwint. Om hun hoop te geven. Wat is er immers leuker om mensen met hoop te zien wanhopen? En, zei de engel, we geven je een keuze. Een wedergeboorte naar aarde of ga je naar ons hiernamaals, het hiernamaals zonder god. De ziel twijfelde geen moment, koos voor de aarde. Weet je het zeker, zei de engel. Ja, zei de ziel. Zo gebeurt het…en met een vingerknip was de ziel terug. De engel lachte, en zei zachtjes tegen zichzelf: Lucifer, je hebt het weer geflikt. Ze kiezen allemaal vrijwillig voor een terugkeer naar de hel die jij zo zorgvuldig hebt gecreëerd. Hij keek naar zijn hel. Eens kijken hoe het staat met de laatste ziel na zijn geboorte in West-Afrika, dacht hij. Hij keek, en hij zag dat het goed was.