Ik ben het grotendeels met je eens. Alleen was Stam al toen hij bij Willem II speelde een groot talent en kon je zien dat ie een spijkerharde verdediger ging worden. Dat heb ik nooit gezien bij de Vrij en Bruma enb dat gaan ze ook niet worden, ook niet als ze 28 zijn. Het zit er in of het zit er niet in.
Bij Bruma heb ik ernstige twijfels, maar De Vrij, die op zijn 23e basisspeler is bij een topploeg in de competitie met de sterkste verdediging ter wereld. Daar durf ik wel op te hopen.
Met je analyse over Duitsland en België ben ik het helemaal eens. Zij werkten aan de gebieden waar ze een achterstand hadden, omdat ze scoutten op gebieden die trainbaar zijn (en dus doe je dubbel werk).
Dat dubbel werk, daar is in Nederland voor zover ik weet geen sprake van. Hier wordt gescout op techniek en snelheid, en zo hoort dat. Het probleem zit m.i. dan ook niet in verkeerde scouten, maar in verkeerd trainen, en dan bedoel ik voornamelijk het tactische verhaal. Van jongs af aan wordt 4-3-3 erin geperst, hele opleidingen richten zich op het kunnen spelen in dat ene systeem dat het eerste ook speelt, zodat spelers makkelijk kunnen doorstromen. En dat leidt tot spelers die één systeem tot in de puntjes beheersen, maar niet het vermogen hebben iets anders te doen. Sterker, omdat ze hun hele carriëre zo spelen is hun techniek en fysiek daar ook op aangepast (of: bepaalde fysieke en technische tekortkomingen worden gemaskeerd).
En daarmee brengt dat 4-3-3 meer kwaads dan goeds. Ieder voordeel heb zijn nadeel, zei de proponent van dit systeem, en dat blijkt. Een goede veldbezetting betekent dat je weinig hoeft te lopen, dus echte loopwonders hebben we niet, misschien met Wijnaldum als kleine uitzondering. Maar die laat dat in Oranje dan weer niet zien.
En omdat iedereen zo goed staat en er altijd wel 1 of 2 aan te spelen zijn kijken alle spelers ook niet verder dan die 1 of 2 direct naast hun. Korte passes naar iemand anders die óók niet gevaarlijk is, dat kunnen we als de beste. Maar even verder kijken, wat schakels over durven slaan en over grote afstand een goede pass geven, dat zit er niet in. En dus krijgen tegenstanders alle gelegenheid om de verdediding gesloten te houden.
Spelers kunnen niet eens fatsoenlijk een lange bal spelen. Typerend is dat de enige die tegen Turkijke nog wel eens een lange bal op maat wist te geven, ons aller Bruma was. Niet zo raar natuurlijk, bij PSV is dat een wezenlijk onderdeel van het spel. En dus heeft híj het kunnen oefenen. En met Guardado heeft hij een mooi voorbeeld in de ploeg.
Los van zorgen dat de jeugd zich goed kan blijven ontwikkelen zou er dus ook meer variatie in spelsystemen moeten komen. Dan krijg je ook vanzelf een situatie dat spelers daar gaan spelen waar hun kwaliteiten het best tot hun recht komen, en kan ieder talent tot zijn volle ontwikkeling komen.
Voor de rest zou het helemaal niet zo raar zijn dat er in Belgïe toevallig wat meer talenten worden geboren in een tijdsbestek van een paar jaar dan in Nederland. Gewoon toeval. Dat bestaat. In Nederland werden een keer 2 wereldspitsen op precies dezelfde dag geboren.