DISCLAIMER – y'all know what time it is
Moet me momenteel noodgedwongen verdiepen in de situatie rondom zgn. opkomende markten ("Emerging Markets", afgekort "EM"), waar de definitie van een “opkomende economie” overigens een grijs gebied is, zoals wel meer een grijs gebied is onder economen. Het gaat met name om bijvoorbeeld Brazilië, Argentinië, andere delen van Z-Amerika, de “Aziatische Tijgers”, bepaalde Afrikaanse landen etc. China hoort hier formeel ook bij, maar de vraag is in hoeverre dat nog actueel is. En terwijl ik me erin verdiep gaat het onderwerp in mijn hoofd toch weer over op de mondiale economie die we aan het verwoesten zijn met z’n allen. Ik doe ontzettend m’n best om de puzzelstukjes aan elkaar te rijgen en aan het einde van de puzzel iets van optimisme te kunnen delen, maar hoe meer ik weet, hoe somberder ik word. (Was er niet een filosoof die dat breder trok naar het leven in z’n geheel?) Afijn, ik zal proberen mijn hersenspinsels te delen en het zo simpel mogelijk te houden / zo veel mogelijk jargon te vermijden, zodat de liefhebber die zich hieraan waagt niet verdrinkt in een moeras van vaktermen. Ben er een memootje over aan het schrijven; voor de liefhebber hieronder een gesimplificeerd deel ervan, toegevoegd met mijn eigen thoughts in het tweede deel na het stukje over de EM-markten (die uiteraard geen deel uitmaken van de officiële memo!)
COVID-19, Emerging Markets ("EM") en hun schuldenbergen
Zoals bekend heeft het virus het wereldwijde toerisme vernietigd en vaak daarmee economieën van bepaalde landen verwoest – neem bijvoorbeeld de Malediven; het IMF is van een verwachte groei van 6% in het BBP dit jaar gegaan naar een krimp van maar liefst 8%. Het risico is dat deze meedogenloze, abrupte recessie zich zou kunnen vertalen in het feit dat de Malediven het nieuwste land zou worden dat aan een ondraagbare staatsschuld failliet zou gaan.
Wat andere voorbeeldjes: Zambia, Ecuador en Rwanda hebben de afgelopen weken allemaal aangekondigd dat ze moeite hebben om hun schulden terug te betalen. Libanon is al begonnen met haar herstructureringsproces, terwijl Argentinië, dat nog voor de pandemie in opstand was tegen haar schuldeisers, op weg lijkt te gaan naar haar negende (!) staatsschuld sinds de onafhankelijkheid in 1816. Beleggers zijn van mening dat veel andere ontwikkelingslanden niet al te ver achterlopen.
De Malediven zijn niet bepaald het grootste land dat waarschijnlijk zal bezwijken, maar gezien de schuldenlast aan crediteuren zoals China en de ernst van de recessie, is het wel het prototype van hoe gemakkelijk de dominostenen kunnen omvallen.
Het IMF heeft het land al $29m geleend om ter overbrugging, maar waarschuwde dat het verlies van toerisme de economie ernstig heeft verzwakt en dat aanvullende financiële steun nodig is; de in 2022 verschuldigde obligatie van $250m van het land is voor slechts 81 cent per dollar gedaald, wat aangeeft dat beleggers zich steeds meer zorgen maken over het vermogen van de Maldiven om haar verplichtingen na te komen. Even ter verduidelijking: met bovenstaande bedoel ik dat je vandaag de dag slechts 81 cent hoeft te betalen voor een obligatie met een nominale waarde van $1. Jij koopt van mij dus een schuldpapier voor 81 cent, terwijl ik jou beloof een hele dollar ervoor terug te geven over een paar jaar, inclusief rente. Het geeft aan dat huidige obligatiehouders zo graag dat waardeloze spul zouden verkopen, dat je iets wat eigenlijk een dollar waard zou zijn nu van ze kunt overnemen voor 81 cent.
De aanmaak van een nieuwe grote schuldencrisis in opkomende markten stapelt zich al jaren op. Door de vraag van beleggers naar hogere rendementen konden kleinere, minder ontwikkelde en kwetsbare "grens"-landen (i.e. ontwikkelde landen die kwetsbaar zijn) het afgelopen decennium in een recordtempo van de obligatiemarkten tappen (lees: schuld ophalen). Hun schuldenlast is gestegen van minder dan $1mrd in 2005 tot $3.2mrd in 2020, (bron: Institute of International Finance), wat gelijk is aan 114% van het BBP voor deze "grens"markten. Opkomende markten als geheel zijn in totaal een duizelingwekkend $71mrd verschuldigd (bron: Bank of International Settlements). Als je er een grafiekje van maakt, schrik je je een hoedje.
Oplossingen voor EMs met hoge schulden vs. het dreigement van "vulture" fondsen
De G20 heeft ermee ingestemd de bilaterale, normaliter verplichte terugbetalingen van leningen voor 76 armere landen voor ongeveer $20mrd tijdelijk te bevriezen. Het heeft schuldeisers uit de particuliere sector aangespoord om hetzelfde te doen maar als ik rapportjes van de grote internationale banken lees, lijken weinig analisten van mening te zijn dat dit haalbaar is en voorspellen ze dat het resultaat in plaats daarvan waarschijnlijk een reeks ad-hoc schuldenstilstanden en herstructureringen voor een deel van de ontwikkelingslanden zal zijn. Hieronder meer over wat dat precies inhoudt.
Het oplossen van de komende schuldencrises kan echter nog moeilijker zijn dan in het verleden. In plaats van de banken en overheden - de belangrijkste schuldeisers in de gigantische schuldencrisis die de ontwikkelingslanden in de jaren ‘80 en ‘90 teisterde - zijn schuldeisers tegenwoordig grotendeels een veelvoud aan obligatiefondsen. Ze zijn lastiger om te coördineren en samen te voegen in herstructureringsovereenkomsten – de meest voor de hand liggende oplossing in dit soort gevallen is inderdaad om de boel te “herstructureren” (duur woord voor andere afspraken maken, uitstel of kwijtschelding van betaling, etc.).
Hoewel de nood ten aanzien van financiële steun in veel gevallen groot is, zijn er aanwijzingen dat sommige investeringsgroepen kunnen breken met de gewoonte om met tegenzin financieel pijnlijke compromissen te accepteren om tot een herstructurering te komen, en in plaats daarvan te vechten voor een "betere" (lees: perversere) deal. Normaal gesproken zouden dit soort jongens de puinhoop verlaten bij het eerste teken van problemen in het schuldenland. Ze zijn traditioneel gezien niet opgezet om langdurige schuldenherstructureringen aan te pakken en houden niet van het reputatierisico dat zou voortvloeien uit een agressieve campagne tegen een land in diepe economische en sociale problemen. Maar nadat sommige geduldige crediteuren rijke uitbetalingen hebben ontvangen, lijken zelfs sommige van de traditionele institutionele beleggers de deugden van passiviteit te heroverwegen.
In het verleden was dergelijke agressie voorbehouden aan wat we zogenaamde "vulture" fondsen noemen: investeerders die via hardnekkigheid en juridische bedreigingen proberen te profiteren van staatsschuldencrises (dit fenomeen had ik eerder uitgelicht in een andere economische post in het US topic). Hun basisstrategie is dus ook om als zogenaamde "holdout"-crediteuren te fungeren (holdout = blijven zitten en niet meewerken aan schuldenverlichting). Herstructureringen van staatsschulden komen neer op het inwisselen van de oude obligaties van een land voor nieuwe, vaak minderwaardige, met een lagere rente of langere terugbetalingstermijnen. Holdouts weigeren mee te doen en dreigen in plaats daarvan het volledige bedrag aan te klagen. Zolang het aantal holdouts klein is, hebben landen er vaak voor gekozen om ze gewoon af te betalen in plaats van de overlast van een mogelijk langdurige rechtszaalstrijd aan te pakken.
Toen Griekenland bijvoorbeeld in 2012 de meeste van zijn schulden herstructureerde, koos het er met tegenzin voor om een deel van de buitenlandse obligaties waar hedgefondsen waren samengekomen volledig terug te betalen. Anderen, zoals Argentinië, hebben ervoor gekozen om te vechten. De onzekerheid over de uitkomst - en hoe moeilijk het kan zijn om een land te dwingen om met legale middelen te betalen - zorgde lang voor een delicaat maar functioneel evenwicht in het herstructureringsproces van de staatsschuld. (Voorbeeldje: in 2016 heeft Jay Newman van Elliott Management zijn naam gevestigd in de zogenaamde hedgefonds-wereld door $2.4mrd uit Argentinië te halen voor het bedrijf na een juridische strijd van tien jaar.)
Standhouden (i.e. fungeren als “holdout”-crediteur) leek lang een kat-en-muisspel dat duur en onzeker was, maar nu is het dus verschoven naar een meer veelbelovende, perverse en steeds vaker toegepaste strategie. Je leest hier en daar bijvoorbeeld dat, hoewel het nog steeds ontmoedigend is, het succes van Elliott meer copycats kan inspireren en de dreigende golf van EM-schuldencrises kan compliceren. Bovendien zijn er tekenen dat traditionele investeringsgroepen ook sterker worden, wat een moeilijk proces zou kunnen veranderen in een langdurigere nachtmerrie voor zowel geldschieters als leners.
Veel beleggingsfondsen zijn de afgelopen jaren in EM-obligaties opgestapeld en het vooruitzicht van diepe en brede verliezen voor sommige zwaar belaste fondsen kan schadelijk zijn. Voorheen waren de holdouts het grootste probleem, maar nu kunnen het de traditionele fondsen zijn. Zij die met de rug tegen de muur staan, gaan immers vechten in deze wereld.
Na de mislukte poging van het IMF om begin jaren 2000 een quasi-soevereine faillissementsrechtbank op te richten, was de belangrijkste reactie van regeringen de invoering van zogenaamde “collectieve actieclausules” in hun obligaties. Deze dicteren dat als een grote meerderheid van de obligatiehouders stemmen voor een herstructurering (vaak 75%), de overeenkomst wordt opgelegd aan alle houders. Maar beleggers zijn opgekrabbeld en hebben grotere stukken specifieke obligaties gekocht in een poging een zo groot mogelijke positie te verwerven dat ze de facto een vetorecht genieten over de herstructureringsvoorwaarden van de instrumenten. En sommige oudere obligaties hebben dergelijke clausules niet.
Recente voorbeelden van fondsen
Tot dusver zijn er maar een paar voorbeelden van grotere beleggingsondernemingen die een hardere houding aannemen, maar ze zijn opmerkelijk vanwege hun succes. De eerste was Franklin Templeton, die erin slaagde te halen wat volgens sommige analisten verrassend gunstige voorwaarden waren bij de herstructurering van de schulden in Oekraïne in 2015, nadat ze genoeg obligaties hadden opgeknapt om de grootste particuliere schuldeiser van het land te worden. Meer recentelijk heeft Ashmore een enorm belang opgebouwd in de schulden van Libanon, wat hem in de praktijk een veto geeft over hoe het land sommige van zijn obligaties zal herstructureren. En dit jaar speelde Fidelity met succes hard met Buenos Aires, waarbij hij de bluf van de Argentijnse provincie callde dat het niet mogelijk was om een betaling van $250m te betalen in januari. Buenos Aires betaalde uiteindelijk volledig. De slachtoffers? Uiteraard de Argentijnse middenklasse en lager.
Fidelity maakt ook deel uit van een grotere groep crediteuren die de plannen van Argentinië om de buitenlandse schuldenlast van $65mrd te herstructureren, heeft teruggedrongen. De groep omvat een aantal van 's werelds grootste institutionele beleggers, waaronder BlackRock en T Rowe Price, en heeft samen met de twee andere belangrijkste obligatiehoudersgroepen voldoende macht om een deal te sluiten of te verbreken.
Het is onwaarschijnlijk dat traditionele vermogensbeheerders even koppig of procedureel zijn als Elliott, maar met een overvloed aan voorbeelden dat een hardere aanpak succesvol kan zijn, kunnen meer mensen zich gedwongen voelen om dit voorbeeld te volgen - hoe ernstig de Coronacrisis voor veel landen ook is. Soms beargumentern ze dat ze geen Elliott willen zijn, maar ze een "fiduciaire plicht" hebben richting hun klanten. Bovendien zal het voor sommigen zo kritisch worden dat hun voortbestaan ervan afhangt, dus kunnen ze net zo goed tot de dood vechten.
En nu?
Deze dynamiek is de reden waarom veel investeerders geloven dat de oproep van de G20 aan crediteuren uit de particuliere sector om hun algehele schuld "stil te zetten" waarschijnlijk zinloos zal blijken. Zonder een of ander buitengewoon juridisch mechanisme - zoals de resolutie van de VN-Veiligheidsraad die de bezittingen van Irak tegen schuldeisers na de Amerikaanse invasie in 2003 beschermde tegen schuldeisers – zal het moeilijk zijn om tot een collectieve en vrijwillige overeenkomst te komen.
Zo onstaat de perceptie bij sommige regeringen dat de pandemie dit soort partijen meer invloed geeft. Gezien het feit dat de obligatiekoersen zijn gedaald tot een schrijnend niveau, zullen landen waarschijnlijk hun standpunt versterken en gunstigere voorwaarden nastreven bij komende herstructureringen. Bovendien zal de dreiging van nieuwe uitbraken van het coronavirus de hand van de schuldplichtige EM-landen versterken bij het onderhandelen over terugbetalingsvoorwaarden. Het IMF zal er sterk op aandringen dat de landen kortingen krijgen. Landen moeten met crediteuren een overeenkomst sluiten om schuldbetalingen om te leiden naar kredietfaciliteiten die zijn opgezet door de Wereldbank of een regionale ontwikkelingsbank, die vervolgens aan de landen wordt teruggeleend om de essentiële uitgaven te betalen. De “donateurs” hopen dat hiermee een technisch faillissement wordt voorkomen en dat de schuld de facto wordt stilgelegd. De rechtsbescherming die organisaties zoals de Wereldbank genieten - die bij de herstructurering van schulden als "super-senior" (lees: minst risicovol) worden beschouwd - zou de deal kunnen verzachten. Zodra de crisis is verdwenen, kan worden besloten of een volledige maar ordelijke schuldherstructurering nodig is en wordt het in de faciliteit gestorte geld beschermd.
Het is onduidelijk of de Wereldbank voor dit voorstel zou kiezen en er zal waarschijnlijk een hardhandige dwang van onder meer de US nodig zijn om veel crediteuren tot overeenstemming te brengen. Zoals we weten heeft ome Donald gelukkig het beste voor met de rest van de wereld. Het voorstel is wellicht acceptabel voor China, dat door de IMF en de Wereldbank is uitgeroepen tot de grootste officiële schuldeiser voor de ontwikkeling van economieën via haar "Belt and Road Initiative". Als de zaken echt opblazen, geeft China misschien de voorkeur aan een regelrechte standaard.
Welke weg er uiteindelijk ook wordt ingeslagen; het is essentieel dat beleidsmakers doortastender gaan acteren wat betreft de beproevingen van opkomende markten, gezien het gevaar dat de ernst ervan in het hele internationale financiële systeem zal doorwerken. Je leest veel dat deze pandemie snel zal escaleren van een gezondheidscrisis tot een humanitaire crisis en uiteindelijk tot een solvabiliteitscrisis. Politieke stabiliteit zal de laatste domino zijn die valt. Maar mijn grootste zorg is dat deze crisis veel dieper en langer zal duren dan mensen verwachten.
De brug naar de huidige mondiale situatie
Dit alles is natuurlijk ook weer een gevolg van de verrotte markten die zijn volgepompt met uit het niets gecreëerde liquiditeit, losgekoppeld van enige vorm van economische fundamenten of behoeften. De traditionele theorie dicteert dat de obligatiekoersen naar verwachting de juiste kosten van wanbetaling (default) of problemen met de uitgever van de obligatie omvatten. Bullshit dus. De laatste jaren was dat steeds minder het geval; door QE-geld (Google: "quantitative easing") werden de prijzen van alle activaklassen (bv huizen) veel hoger in vergelijking met wat de fundamentele economische variabelen zouden suggereren, en investeerders gingen "all-in" op EM-obligaties omdat ze het hogere rendement nodig hadden, vanwege een combinatie van factoren.
EM-schuld is de afgelopen tien jaar een mega "trade" geweest (lees: rendabel voor aasgieren), met dank aan eindeloze QE en tot voor kort heeft het grote fortuinen verdiend voor “slimme” fondsmanagers en wereldwijde banken en een heel legioen “EM-specialisten” voortgebracht in de financiële sector. Elk feest moet op een dag eindigen, vooral als de gasten roekeloos dronken en wanordelijk worden. Ook na COVID, met een werkloosheidspercentage van 20%, een Schuld/BBP ratio van meer dan 100%, een BBP-groeipercentage van -10% en een fiscaal tekort van 10%, zijn veel van de voormalige "ontwikkelde" markten nu volledig gekwalificeerd om toe te treden tot de gelederen van "opkomende" markten…
Persoonlijke hoofdbrekens: we willen niet leren van het verleden
Hoe heeft – in dit geval financiële – globalisering dan zo fout kunnen gaan? Keer op keer blijkt toch wel dat beleidsmakers onvoldoende wisten hoe het monetaire systeem werkte. Het gebruik van neoklassieke economie en de overtuiging dat banken financiële intermediairs waren, was een perfect recept voor een economische farce. De economie van globalisering heeft altijd een achilleshiel gehad. In de US brulden de jaren ’20 van de vorige eeuw met op schulden gebaseerde consumptie en speculatie totdat het allemaal omsloeg in de schulddeflatie van de Grote Depressie.
[Intermezzo: schuld deflatie, “debt deflation”] Kort gezegd komt het fenomeen “schuld deflatie” neer op een economisch fiasco doordat twee elementen tegelijk optreden, dan wel elkaar opvolgen, namelijk de combinatie van A/ een enorme schuldenberg; en B/ afnemende inflatie / deflatie.
Het fenomeen in stappen, met hypotheken op huizen als voorbeeld om het hopelijk simpel te houden: (i) schuldenberg bouwt zich op doordat men zich te rijk rekent en toekomstige uitgaven naar voren haalt door nu te veel uit te geven en te denken dat de schulden wel gedragen kunnen worden; (ii) de schuldenberg wordt ondraagbaar waardoor mensen met schuld hun bezittingen al dan niet uit paniek tegen kortingen verkopen om aan hun verplichtingen te kunnen voldoen; (iii) doordat schulden worden terugbetaald, neemt de geldhoeveelheid in omloop af; (iv) doordat er minder geld in omloop is, dalen de uitgaven; (v) dit werkt deflatie in de hand; (vi) door de deflatie nemen bezittingen af in waarde, waardoor de schuldberg die er tegenover staat nog onhoudbaarder wordt en toeneemt in waarde; terug naar (i) en het cirkeltje op nieuw rond. (voor de geinteresseerden hier een link met een uitgebreid rapport van de Bank of International Settlements:
https://www.bis.org/publ/work176.pdf)
Japan is het perfecte voorbeeld van een land wat al decennia lang in een schuld deflatie zit en hier nog steeds niet van is hersteld. In een vastgoedcrisis vernietigen schuldaflossingen aan banken dus het geld in omloop en duwen de economie naar schulddeflatie (een krimpende geldhoeveelheid). Japan is al dertig jaar zo, omdat ze de schulden van hun excessen in de jaren tachtig terugbetalen, wordt ook wel een balansrecessie genoemd. Heel goed filmpje van een econoom van een vooraanstaande Japanse investeringsbank voor meer achtergrond:
link
Helaas beginnen onze economien steeds meer parallelen te vertonen met de Japanse economie. [Einde Intermezzo]
Niemand had enig besef van de problemen die zich in de economie opbouwden, omdat ze een economie gebruikten die niet naar private schulden kijkt, maar naar neoklassieke economie. In die neoklassieke economie is geen rekening houden met particuliere schulden de ultieme achilleshiel. Beleidsmakers kunnen zichzelf dan overtuigen dat “schuld er niet toe doet”, omdat ze denken dat banken financiële intermediairs zijn. De ontwikkelde wereld wordt overspoeld door publieke en private schulden, maar vindt het gemakkelijker om het hoofd te bieden omdat hun economieën vrij sterk zijn. De opkomende markten zitten in grote problemen.
Waarom ook slechts één keer een fout maken wanneer we dezelfde fout steeds opnieuw kunnen maken? Het is nooit te laat om de financiële lessen van het afgelopen millennium te leren.
- 1987 - De rijkdom op de markten kan zelfs sneller verdwijnen dan ze heeft opgebouwd; de reële welvaartscreatie wordt gemeten aan het BBP!
- 1991 - De Japanse vastgoedbubbel kende een mislukking en is nooit hersteld. Het opblazen van activaprijzen met schulden leidt tot Minsky-momenten, gevolgd door wat een decennium lange recessie op de balans (stagnatie) kan zijn terwijl je probeert schulddeflatie (zie hierboven) te bestrijden
- 1997 - Lenen in vreemde valuta leidde tot de Aziatische crisis. Een verandering in de wisselkoersen kan een duurzame situatie zeer snel veranderen in een situatie die niet houdbaar is
- 1998 - De ineenstorting van lange termijn kapitaalbeheer vormde een systeemrisico voor het financiële systeem en toonde de gevaren aan die de enorme “leverage” van bepaalde soorten derivaten mogelijk maakt.
De 1991-variant is erg populair geweest.
- Jaren 90 - UK, VS (“Savings & Loan Crisis”), Canada (Toronto), Scandinavië, Japan, Filipijnen, Thailand
- Jaren 2000 - IJsland, Dubai, VS (2008), Vietnam
- 2010s - Ierland, Spanje, Griekenland, India
- Maak je klaar om Australië, Canada, Noorwegen, Zweden en Hong Kong op de lijst te zetten.
De problematiek rondom opkomende markten lijkt op de 1997 op grotere schaal.
Bubbels die onstaan door nep krediet, mede mogelijk gemaakt door ons bancaire systeem
Mondiaal gezien, inclusief het westen, is het is de vastgoedbubbel die het probleem vormt. Nog even in meer detail: wat gebeurt er nu echt in de explosie van onroerend goed? Wanneer men bankkrediet gebruikt om de prijzen van activa te verhogen, stijgt de schuld sneller dan het BBP. Het bankkrediet van de kredietverlening voor onroerend goed brengt de toekomstige koopkracht dus naar voren. Bankleningen creëren geld en de terugbetaling van schulden aan banken vernietigt geld. Voor meer achtergrond, zie dit rapport van de Bank of England:
https://www.bankofengland.co.uk/-/m...2014/money-creation-in-the-modern-economy.pdf
In de vastgoedbubbel komt nieuw geld de economie binnen door de kredietverlening aan onroerend goed. De Japanse vastgoedbubbel van de jaren ‘80 was zo buitensporig dat de mensen zelfs spraken over het "excessieve geld", en iedereen genoot ervan dat overtollige geld in de economie uit te geven. De geldschepping van bankleningen zorgt ervoor dat de economie een hoge vlucht neemt, maar dit is slechts een secundair effect – in eerste instantie stijgt de schuld sneller dan het BBP. Er komt veel nieuw geld in de economie, maar de inflatie is alleen te zien in activaprijzen (bv huizen), niet in consumentenprijzen, waardoor de centrale bankiers en economen de problemen niet zien ontstaan.
Wanneer leren we toch met z’n allen eens dat alleen het BBP de reële welvaartscreatie meet? We werken elkaar de afgrond in op deze manier.
Een volgend onderwerp waar ik momenteel geen tijd voor heb is hoe onze geldmachine werkt en wat voor ellende dit met zich meebrengt. Ook wel “Modern Monetary Theory” genoemd; een pure kanker (sorry) voor de economie en lagere sociale klassen - pure heroine voor de rijken, die er alleen maar voor heeft gezorgd dat de inkomens- en vermogensongelijkheid is toegenomen. Heb hier eerder een stukje over geschreven in het US-topic; binnenkort meer detail hierover voor de liefhebber.
Voor nu is het tijd voor wat ontspanning - peace out.